Turkse ondernemers zetten schouders onder voedselbank
Waar een thema-avond over armoede toch allemaal goed voor kan zijn. Turkse ondernemers staan zich bij de deur van de voedselbank te verdringen om brood en rijst te leveren. Maar toch blijft het velen dwars zitten dat we in een van de rijkste landen van de wereld het spook van de armoede niet voorgoed hebben weggejaagd en we nog steeds voedselbanken nodig hebben.
Drie Turkse bakkerijen in Amsterdam-Noord hebben besloten regelmatig brood te leveren aan de voedselbank op de Adelaarsweg. Dit is een van de resultaten van de themabijeenkomst over armoede die op 21 februari is gehouden door de afdeling Amsterdam-Noord van de PvdA. Op die bijeenkomst werd duidelijk dat het beroep van Noorderlingen met een heel krappe beurs op de voedselverstrekking door de voedselbank steeds groter wordt. Directeur Leefkringhuis Paul Scheerder, die de voedselbank leidt, schetste dat armoede en huiselijk geweld dé twee grootste problemen zijn in Noord.
Thema-avond over armoede trekt volle zaal
De drie Turkse bakkers die elke week brood gaan verstrekken aan de voedselbank zijn Bizim Ufuk Bakkerij op het Waterlandplein, Oz Karadeniz Bakkerij op het Spreeuwenpark en Andalusia Bakkerij op de Ganzenweg. En ze worden versterkt door de Vereniging van Jonge Turkse Ondernemers (AGIAD) die 1000 kg rijst levert aan de voedselbank. Het bestuur van de afdeling Amsterdam-Noord van de PvdA zegt dit gebaar zeer te waarderen. Bestuurslid Huseyin Erarslan: “Dat is toch typisch Noord, zo’n geweldig initiatief. We praten in Noord niet alleen over de problemen van mensen, maar steken heel praktisch de handen uit de mouwen. Ik stel het heel erg op prijs wat deze Turkse ondernemers doen aan de problemen van hun medeburgers”.
Veel belangstellenden
Dat armoede leeft en veel Noorderlingen bezig houdt, bleek wel uit de ruime opkomst op de PvdA-bijeenkomst in buurthuis De Meeuw. De grote zaal was nagenoeg vol. Aanleiding voor het debat was het feit dat er groeiende aantallen gezinnen zijn met oplopende schuldenlasten en de sterk toenemende belangstelling voor de voedselbanken. Het aantal mensen dat op of onder het minimumloon zit, is stijgende. De crisis laat zich hier in haar grauwste gedaante zien: mensen die van het statiegeld van bij de vuilnis verzamelde lege flessen nog net een brood kunnen kopen, kinderen die ’s morgens zonder ontbijt naar school gaan, rijen bij de voedselbank.
Armoede is minder ‘klassiek’ aan het worden. Volgens Paul Scheerder is het opvallend dat vooral de laatste tijd de voedselbanken niet alleen leveren aan de traditionele arme groepen, zoals langdurig werklozen en laag opgeleiden. Er komen steeds meer mensen bij met ook hogere opleidingen, die betere tijden hebben gekend maar door pech aan de onderkant van de samenleving zijn terecht gekomen: mensen die gedwongen met groot verlies hun huis hebben moeten verkopen, oudere werklozen met weinig kansen op de arbeidsmarkt, uiteenvallende gezinnen na echtscheiding. “We zien ook mensen met een universitaire opleiding die nu de weg naar de voedselbank moeten vinden”, aldus Scheerder. Daar komt dan nog bij dat veel lastenverhogingen juist bij deze groepen terecht komen: het zgn. stapeleffect van hogere eigen bijdragen in de zorg, meer woonlasten, meer kosten.
Wethouder centrale stad Freek Ossel, die de portefeuille Armoede in zijn takenpakket heeft, hield dan ook een vlammend pleidooi om het kabinet te blijven bestoken met verhalen over de consequenties van de grote bezuinigingen bij de kwetsbaarste groepen in de grote steden. “Als gemeente kunnen we niet al die kortingen en lastenverhogingen compenseren, hoe graag we ook zouden willen. Ook onze mogelijkheden op het gebied van inkomenspolitiek en lastenverlichting zijn beperkt.” Desondanks zag Ossel nog genoeg aan gemeentelijke taken: het effectief uitvoeren van schuldhulpverlening, het aanklagen van asociale bedrijven die te weinig respijt geven bij betalingsproblemen en de wijkaanpak om armoede om te buigen naar eigen kracht.
Basis op orde
Coby van Berkum, Noords portefeuillenhouder welzijn en zorg, vond vooral dat de basis van de wijkaanpak, de zorg en het maatschappelijk werk op orde moet zijn. “Ook ik heb moeten bezuinigen in mijn portefeuille, maar dat is alleen maar mogelijk als we tegelijkertijd het beleid zodanig hervormen dat het veel effectiever wordt”. Ze herinnerde de aanwezigen eraan dat het desondanks een enorme opgaaf is: er leven in Noord alleen al 6000 werkloze jongeren op de armoedegrens. De tweede helft van de avond was dan ook meer gericht op het zoeken naar oplossingen die toekomsgericht zijn: werk naar Amsterdam-Noord halen, mensen zo goed mogelijk coachen richting abeidsmarkt, samenwerken met Noordse bedrijven om opleiding en lokale arbeidsmarkt zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
Dat streven werd ook ondersteund door directeur Ivonne Koppers van de Noordse bedrijvenorganisatie VEBAN: “Er is bij Noordse bedrijven een groeiende behoefte aan arbeidskrachten, maar het lukt die bedrijven maar niet om echte vakmensen in huis te krijgen. De uitstroom van de scholen sluit te slecht aan bij de personeelsbehoefte van ondernemingen. Er moet echt een plek zijn waarin bedrijfsleven en scholen structureel met elkaar overleggen over dit vraagstuk, anders los je het probleem van de bestrijding van armoede met werk niet goed op.” Stadsdeelvoorzitter Rob Post vond dit een goede denkrichting: “We zullen veel meer moeten samenwerken juist om te voorkomen dat mensen, en met name jongeren, door werkloosheid onder de armoedegrens komen. Als ze naar de voedselbank moeten, dan ben je als overheid en bedrijfsleven eigenlijk al te laat. Gelukkig zijn er nu twee grote nieuwe ROC’s in aanbouw in Noord, dus is zo’n overleg tussen beroepsopleidingen en bedrijfsleven best te organiseren.”
tekst : Tom Tossijn