27 juni 2016

Een veilige Banne voor iedereen

Hoe houden we de Banne veilig en prettig?

Terwijl aan de IJ-oevers het hippe Noord zich razendsnel ontwikkelt, zitten we wat dieper in ons stadsdeel met een flink veiligheidsprobleem. In sommige straten van de Banne voelen bewoners zich al maandenlang onveilig door een groep jongeren die de politie handenvol werk bezorgt. Dankzij de extra politie-inzet is vorig jaar het aantal woninginbraken gedaald. Maar de laatste tijd hebben de bewoners vooral te maken met vaak intimiderend en soms ronduit crimineel gedrag van een groep van ongeveer veertig jongens tussen de vijftien en twintig jaar. Dan gaat het vooral om regelrechte bedreigingen en vernieling van woningen, auto’s en straatmeubilair.

Sinds vorige week geven ook diverse leden van de gemeenteraad hun mening over hoe zij vinden dat de problemen moeten worden aangepakt. Dat varieert van gepeperde uitspraken als “samenscholingsverbod; opzouten die handel” via “de rotte appels eruit halen, harde kern oppakken en de meelopers weghalen bij hun ouders” tot “betrek de ouders, de jongere broertjes en de school erbij en schakel ook de hulpverlening in”.

Het is duidelijk dat veel bewoners zich geïntimideerd voelen door deze groep en zich niet meer veilig voelen in hun eigen wijk. En dat moet snel veranderen!

Wekelijks heb ik overleg met mensen die zich vanuit allerlei organisaties met deze complexe materie bezig houden. Dan hebben we het niet alleen over de politie en het Openbaar Ministerie (de Officier van Justitie), maar ook over de woningcorporaties en diverse ambtenaren van de gemeente. Want één ding is duidelijk: deze problematiek vergt een integrale benadering. Daarom is het aantal agenten dat zich met de zaak bezighoudt tot zo’n twintig man uitgebreid en is drie maanden geleden het Buurtveiligheidsteam (BVT) in de Banne ingezet. Daarin zoeken de wijkagent samen met toezichthouders van het Stadsdeel en bewoners met elkaar naar de meest werkbare oplossingen. Dan gaat het steeds om een goede balans tussen een “harde” en een “softe” aanpak. Dat eerste betekent: de criminele jongeren aanpakken en afscheiden van de groep die er om heen zwermt. Er zijn – met toestemming van de burgemeester – op een aantal plaatsen camera’s opgehangen, zodat de jongens weten dat ze in de gaten worden gehouden. Maar het probleem is dat je in een rechtsstaat als de onze keiharde bewijzen moet hebben om jongens individueel te kunnen oppakken. En als er een steen door een ruit gaat of een auto wordt vernield, is de dader zelden direct aan te wijzen.

De “softe”, meer op preventie gerichte aanpak houdt in dat we gesprekken voeren met de ouders en dat ook de jongere broers via de school worden aangesproken. Zo is er op verschillende basisscholen een zogeheten PIT-team (Preventie Interventie Team) actief dat met leerlingen in gesprek gaat over normen en waarden thuis en op straat. Ook zetten we – waar dat nodig en mogelijk is – hulpverlening in om ouders te helpen hun kinderen op het goede spoor te houden (of weer te zetten).

Daarnaast zijn er in de afgelopen weken gesprekken geweest met een flink aantal jongeren uit de buurt en met de ouders. Uit die gesprekken kwam naar voren dat het overgrote deel van de jongeren in de Banne niets van deze groep moet hebben en graag wil meehelpen zoeken naar een oplossing. Voor de ouders is het niet altijd duidelijk waar in de wijk zij terecht kunnen met hun hulpvraag en wat het aanbod is, hier gaan wij hen mee helpen.

Als Stadsdeel hebben we de hulp nodig van de centrale stad. En daarover maak ik me zorgen, nu het college in de begroting van volgend jaar geen geld meer heeft vrijgemaakt voor veiligheid in onze buurten. Ook daarover hebben we als Bestuurscommissie vorige maand aan de bel getrokken. Nu maar hopen dat de leden van de gemeenteraad de daad bij het woord voegen!